Appendix III, bijlage C: Omvat dieren die beschermd zijn in op zijn minst 1 land dat hulp heeft gevraagd aan CITES om de handel te controleren.
1. Een uitvoervergunning van de daartoe bevoegde instantie van het land van uitvoer of wederuitvoer is vereist als het land het organisme in Appendix III heeft opgenomen.
2. Een herkomstcertificaat van de daartoe bevoegde instantie van het land van uitvoer of wederuitvoer is vereist als het land het organisme niet in Appendix III heeft opgenomen.
3. Een wederuitvoervergunning van de daartoe bevoegde instantie van het land van wederuitvoer is vereist.
* Geen EU-certificaat vereist.
Het rugschild van de Graptemys pseudographica is olijf, bruin of zwart gekleurd met donkere vlekken omringd door gele lijnen.
De mississipi landkaartschildpad is samen met de ‘gewone’ zaagrugschildpad een ondersoort van de Graptemys pseudogeographica.
De bijtschildpad dankt zijn naam aan het agressieve gedrag waarbij de schildpad fel van zich af bijt. De bijtkracht kan 500 kg per cm² bedragen.
Bijtschildpadden leven voornamelijk in het water en komen meestal alleen aan land om eieren af te zetten.
De Florida bijtschildpad heeft een meer licht bruinere kleur dan de gewone bijtschildpad, welke vaker meer donkergrijs of zwart zijn.
De Graptemys pseudogeographica pseudogeographica (Onechte landkaartschildpad) zijn te herkennen aan de L vorm achter de ogen. Ze worden tot 27 cm groot.
De Chinese driekiel heeft zijn naam te danken aan de drie kielen die over het rugschild lopen. De buitenste kielen zijn zijdelings afgevlakt.
Chelydra rossignonii
Chelydra acutirostris