Kikkers behoren tot de gewervelde dieren, ze hebben vier poten maar geen staart en verschillen hiermee van de meeste andere amfibieën. Alle kikkers hebben een afgeplat, peervormig lichaam en uitpuilende ogen. De kop en bek zijn breed, de lange achterpoten zijn sterk gespierd en goed ontwikkeld. Kikkers zijn de enige dieren die een kwaakblaas hebben en hiermee soortspecifieke geluiden maken om elkaar te lokken. Net als andere amfibieën zijn kikkers koudbloedig, hierop is zowel de bloedsomloop als de ademhaling aangepast. Een aantal soorten houdt een zomerrust of winterslaap om erg warme respectievelijk koude jaargetijden te doorstaan.
De bijtschildpad dankt zijn naam aan het agressieve gedrag waarbij de schildpad fel van zich af bijt. De bijtkracht kan 500 kg per cm² bedragen.
De picta belli met de fel rode buiken heeft het grootste leefgebied dat zowel de noordelijk staten van Amerika bestrijkt en een deel van Canada
De Europese moerasschildpad (Emys orbicularis) heeft onopvallende donkere kleuren heeft met karakteristieke gelige vlekjes op het schild en de huid.
De Emys orbicularis galloitalica is een van de 13 ondersoorten van de Europese moerasschildpad en wordt geplaatst in de Galloitalica groep.
De Emys orbicularis hellenica is een van de 13 ondersoorten van de Europese moerasschildpad (Emys orbicularis) en wordt geplaatst in de hellenica groep.
De geelbuikschildpad is te herkennen aan de twee horizontale dunne gele strepen evenwijdig van elkaar op de zijkant van het hoofd.
De lettersierschildpad komt vrijwel overal in Noord- en Zuid-Amerika voor. In veel gebieden komen ze niet van nature voor maar zijn ze uitgezet.
Hun buikschild is gelig van kleur en er zitten zwarte vlekken op. De mannetjes kun je herkennen aan hun langere nagels dikkere staart
De geelbuikschildpad (trachemys scripta scripta) is te herkennen aan de S-vormige gele streep op de zijkant van de kop, welke in een nekstreep kan overgaan.
Bij de chrysemys picta picta zijn gaan de naden van de hoornschilden in elkaar over en vormen een soort rooster. De schildkleur is donker tot zwart.
Emys orbicularis capolongoi ook wel de Sardinie moerasschildpad is van het eiland Sardinië.
Mauremys leprosa saharica
De Balkanbeekschildpad (Mauremys rivulata) is een middelgrote moerasschildpad welke in diverse habitats woont. Ze wonen in de warme mediterrane klimaat.
Het schild van de Trachemys adiutrix is ovaal van vorm, de maximale lengte is niet precies bekend, van een aangetroffen vrouwtje wat het rugschild 14,4 centimeter
Hun buikschild is gelig van kleur en er zitten zwarte vlekken op. De mannetjes kun je herkennen aan hun langere nagels dikkere staart
Trachemys venusta
De Pseudemys concinna heeft een bruin tot donkerbruin rugschild. Op de kop zitten ongeveer tien dunne, afstekende witte tot gele lijnen.
Oostelijke hiërogliefensierschildpad (Pseudemys concinna concinna) heeft een matig geweld groenbruin rugschild met geeloranje tekeningen.
Pseudemys concinna floridana
Pseudemys concinna suwanniensis
Pseudemys floridana
Pseudemys gorzugi
De Pseudemys nelsoni komt alleen in Georgia en Florida voor. Door het warme klimaat daar, houden ze geen winterslaap. Ze leven van zowel dierlijk als plantaardig voedsel.
Pseudemys rubriventris
Pseudemys texana komt alleen voor in de staat Texas (VS). Hun habitat bestaat uit rivieren, moerassen en andere grotere oppervlaktewateren.
Chelydra rossignonii
Chelydra acutirostris
Trachemys decussata is endemisch in Cuba, en komt naast het grote hoofdeiland ook voor op het zuidelijke eiland Isla de la Juventud.
Trachemys gaigeae
Het rugschild van de Emydoidea blandingii is glad en gebold. De kleur is zwart met gele stippen. Het buikschild is geel met zwarte vlekken aan de zijkanten
Trachemys dorbigni
Het rugschild van de Graptemys barbouri valt op door de stekelachtige, zwarte kiel op het midden. De schildkleur is bruin tot groen, met vage ovale lichtere vlekken op hoornplaten van de zijkanten en de schildrand.
De Glyptemys insculpta heeft een bruin tot grijs schild, zonder tekening of patronen. Het schild is enigszins bol en bij soms is de huid roodachtig
De huid van de kop en poten van de Mauremys mutica is grijs tot groen van kleur aan de bovenzijde, maar geelachtig aan de onderzijde.