Regenwormen (Lumbricidae) zijn een familie van ongewervelde dieren die behoren tot de ringwormen (Annelida). Regenwormen behoren tot de Oligochaeta, dit is een groep van wormen die de zee verlaten hebben en in zoetwater maar ook op het land kunnen leven. Regenwormen komen wereldwijd algemeen voor, uitgezonderd in droge klimaten en op Antarctica.
Het rugschild van de Graptemys pseudographica is olijf, bruin of zwart gekleurd met donkere vlekken omringd door gele lijnen.
De mississipi landkaartschildpad is samen met de ‘gewone’ zaagrugschildpad een ondersoort van de Graptemys pseudogeographica.
De bijtschildpad dankt zijn naam aan het agressieve gedrag waarbij de schildpad fel van zich af bijt. De bijtkracht kan 500 kg per cm² bedragen.
De picta belli met de fel rode buiken heeft het grootste leefgebied dat zowel de noordelijk staten van Amerika bestrijkt en een deel van Canada
De chrysemys picta wordt in het Nederlands sierschildpad genoemd en komt uit de familie moerasschildpadden (Emydidae). Ze lijken ook wel op roodwangen.
De chrysemys picta dorsalis wordt gekenmerkt door de rode streep die in het verlengde van het rugschild loopt.
De midland sierschildpad heeft een symmetrisch buikschild met een donkere schaduw die kan variëren in grote.
De Graptemys pseudogeographica pseudogeographica (Onechte landkaartschildpad) zijn te herkennen aan de L vorm achter de ogen. Ze worden tot 27 cm groot.
De Chinese driekiel heeft zijn naam te danken aan de drie kielen die over het rugschild lopen. De buitenste kielen zijn zijdelings afgevlakt.
Muskusschildpadden zijn slechte zwemmers. Onderwater lopen en klimmen ze meer dan dat ze zwemmen. Ze leven dan ook in ondiepe wateren met veel vegetatie.
De Europese moerasschildpad (Emys orbicularis) heeft onopvallende donkere kleuren heeft met karakteristieke gelige vlekjes op het schild en de huid.
De Emys orbicularis galloitalica is een van de 13 ondersoorten van de Europese moerasschildpad en wordt geplaatst in de Galloitalica groep.
De Emys orbicularis hellenica is een van de 13 ondersoorten van de Europese moerasschildpad (Emys orbicularis) en wordt geplaatst in de hellenica groep.
De geelbuikschildpad is te herkennen aan de twee horizontale dunne gele strepen evenwijdig van elkaar op de zijkant van het hoofd.
De lettersierschildpad komt vrijwel overal in Noord- en Zuid-Amerika voor. In veel gebieden komen ze niet van nature voor maar zijn ze uitgezet.
Hun buikschild is gelig van kleur en er zitten zwarte vlekken op. De mannetjes kun je herkennen aan hun langere nagels dikkere staart
De geelbuikschildpad (trachemys scripta scripta) is te herkennen aan de S-vormige gele streep op de zijkant van de kop, welke in een nekstreep kan overgaan.
Bij de chrysemys picta picta zijn gaan de naden van de hoornschilden in elkaar over en vormen een soort rooster. De schildkleur is donker tot zwart.
Emys orbicularis capolongoi ook wel de Sardinie moerasschildpad is van het eiland Sardinië.
Rhinoclemmys pulcherrima (sieraardschildpad) is een kleurrijke en middelgrote schildpad die voornamelijk op het land leven in Midden-Amerika.
De Pracht sieraardschildpad (Rhinoclemmys pulcherrima manni) komt uit de gebieden in Midden-Amerika vanaf Mexico tot aan Costa Rica en Niguracua.
De naam van de mauremys leprosa is afgeleid van leprosa (lepra-achtig). Doordat het rugschild door algen niet goed vervelt, zien ze er bulterig uit.
Mauremys leprosa saharica
Mauremys leprosa leprosa
De Balkanbeekschildpad (Mauremys rivulata) is een middelgrote moerasschildpad welke in diverse habitats woont. Ze wonen in de warme mediterrane klimaat.
De druppelschildpad is een schildpad met een maximale lengte van 12,5 centimeter. Het rugschild is rond en egaal zwart gekleurd met kleine witte stippen.
Het schild van de Trachemys adiutrix is ovaal van vorm, de maximale lengte is niet precies bekend, van een aangetroffen vrouwtje wat het rugschild 14,4 centimeter
De Trachemys callirostris bereikt een maximale schildlengte tot 25 centimeter. De schildpad is te herkennen aan de vele kleine gele vlekjes aan de kop.
Hun buikschild is gelig van kleur en er zitten zwarte vlekken op. De mannetjes kun je herkennen aan hun langere nagels dikkere staart
Trachemys venusta
De Alabama red-bellied cooter (Pseudemys alabamensis) is een van de zeven soorten van de cooters. Ze staan bekend om hun rode buikschild.
Oostelijke hiërogliefensierschildpad (Pseudemys concinna concinna) heeft een matig geweld groenbruin rugschild met geeloranje tekeningen.
Pseudemys concinna floridana
Pseudemys concinna suwanniensis
Pseudemys floridana
Pseudemys gorzugi
De Pseudemys nelsoni komt alleen in Georgia en Florida voor. Door het warme klimaat daar, houden ze geen winterslaap. Ze leven van zowel dierlijk als plantaardig voedsel.
Pseudemys rubriventris
Pseudemys texana komt alleen voor in de staat Texas (VS). Hun habitat bestaat uit rivieren, moerassen en andere grotere oppervlaktewateren.
Chelydra rossignonii
Trachemys decussata is endemisch in Cuba, en komt naast het grote hoofdeiland ook voor op het zuidelijke eiland Isla de la Juventud.
Trachemys gaigeae
Het rugschild van de Emydoidea blandingii is glad en gebold. De kleur is zwart met gele stippen. Het buikschild is geel met zwarte vlekken aan de zijkanten
De Geoemyda japonica (Japanse aardschildpad) kan een lengte bereiken tot 16 cm. Het rugschild is relatief langwerpig en lichtelijk afgerond.
Spenglers aardschildpad komt voor in delen van Azië en leeft in de landen China en Vietnam. De habitat bestaat uit de strooisellaag op de bodem van het bos.
Trachemys dorbigni
Het rugschild van de Graptemys barbouri valt op door de stekelachtige, zwarte kiel op het midden. De schildkleur is bruin tot groen, met vage ovale lichtere vlekken op hoornplaten van de zijkanten en de schildrand.
Het Rhinoclemmys rubida rugschild heeft een roodbruine kleur, het buikschild is geel tot oranje met een bruine tot oranje omgeving van de middennaad.
De term pucherimma betekent prachtig. De term rogerbarbouri is ter ere van Roger W. Barbour, een zoöloog van de University of Kentucky.
Bij Rhinoclemmys pulcherrima pulcherrima lopen 1 of 2 oranje lijnen over de kop vanaf de neus over het oog tot in de nek.
De Glyptemys insculpta heeft een bruin tot grijs schild, zonder tekening of patronen. Het schild is enigszins bol en bij soms is de huid roodachtig
De Mühlenbergs schildpad is de kleinste schildpad uit de emydid en ook een van de kleinste in de wereld. Het rugschild is varieert van 7,9 tot 11.4 cm.
De Terrapene coralina triunguis (drieteen doosschildpad) is gemiddeld 10 cm groot en heeft 3 tenen per achterpoot. Ze hebben bruinkleurig rugschild.
Mannelijke Terrapene carolina worden groter dan vrouwen en hebben een afgeplatte bovenkant van het rugschild en een hol voorste deel van het buikschild
De Rhinoclemmys funerea is de grootste van de Rhinoclemmys soorten. Verhoudingsgewijs zitten deze ook vaker in het water.
De Texaanse Doornrandschildpad (Apalone spinifera emoryi) heeft een zachte en heel erg afgeplat rugschild en het rugschild is meer rond dan langwerpig.
Deze zachte leerachtige schildpad lijkt op een pannenkoek met poten. Ze hebben lange nekken, een neus die op een snorkel lijkt en het zijn goede zwemmers.
De Apalone mutica mutica is olijfgroen tot bruin, met vele kleine zwarte vlekjes of streepjes aan de bovenzijde, de schildrand en de buikzijde zijn geel.
De Mauremys nigricans bruine schildkleur. Juvenielen hebben afstekende rode lichtere lijnen onder schildrand. De nek en poten zijn vrij lang en de kop is relatief groot, ook bij oudere dieren.
De huid van de kop en poten van de Mauremys mutica is grijs tot groen van kleur aan de bovenzijde, maar geelachtig aan de onderzijde.
Kinosternon acutum. Het rugschild is bruin tot donkerbruin van kleur, de huid van de poten en kop is grijs tot roodachtig of geel gekleurd.